Zullen we vandaag een rustdag nemen? Een lichte wandeling in een dal? Iets om te ontspannen en ons niet te moeten haasten?
Maar natuurlijk, zegt mijn vader.
Na Mittagskogel hebben we uitgeslapen en vandaag gaan we naar het Taschachhaus. Dit pad hebben we van zo’n 1000 m hoog gezien de vorige dag en het leek heel relaxt.
We pakken licht in, trekken regenbroeken aan en vertrekken.
We lopen langzaam. Na 5 dagen zijn we nog steeds niet uitgepraat en zoals altijd gaat het van de zin van het leven naar een anekdote over een dronken vriend en dan weer naar een filosofische vraag over wat vrijheid is.
Tussendoor begint het te regenen.
Nog 1 uur naar de hutten staat er op de richtingaanwijzer.
Huh?


Het zou toch 2,5 uur moeten zijn van het begin van het dal en we zijn al 3 uur onderweg.
Ach, die Oostenrijkers! Ze denken blijkbaar dat je 5 km per uur wandelt. En dat kan ik als ik ff een trein moet halen, maar dat doe ik niet als ik met mijn vader wil praten. Vooruit dan maar, nog 1 uur te gaan.
Het pad wordt nu weer steil. Weer hebben we dit niet verwacht maar vooruit. Het regent steeds harder.
Eindelijk zitten we aan tafel in het Taschachhaus en apfelstrudel met vanillesaus staat voor mijn neus. Lekker!
Maar we moeten snel weg. Het is al 3 uur en we moeten nog 10 km teruglopen. En je kent ons tempo al…
Dan zegt mijn vader: Zullen we dan het bovenpad nemen?
Oh! Nou ja, er is dus ook een bovenpad. Het loopt parallel met het pad in de dal en zou ons terugbrengen naar de Rifflsee en dan moeten we nog omlaag naar de auto.
Oké, het is niet zo leuk om hetzelfde pad terug te lopen.
We gaan met een stevige tempo. Uitzichten? Nee, we zien niks. Wij zijn hoog of de wolken zijn laag. Zelfs in de bergen is alles relatief.
Resultaat: we gaan door een grijze en witte mist. Af en toe is er wat zicht en af en toe zien we nog net de volgende padmarkering.
Niet optimaal.
We hebben al 10 km in het dal gelopen. Nu gaan we weer steil omhoog en daarna omlaag.
Al met al, het is niet zo’n licht pad.
De uitzichten zouden fantastisch zijn als we verder dan 100 m zouden kunnen zien.
Het regent weer en dan stopt het ff. Mijn schoenen zijn al lang doorweekt maar ik heb geen andere. De enige optie is vooruitgaan.
We hebben genoeg water en genoeg eten. Het pad is niet moeilijk nu. Het loopt geleidelijk omlaag.
Maar het loopt. En loopt. En loopt. En het regent weer.
Het is koud en ik trek mijn laatste warmtelaag aan. Yes! Dat is veel beter.
Ik weet niet zeker of ik mijn hoofdlicht bij me heb, zegt mijn vader.
WTF?!
Ik vraag hem ter plekke om het te controleren. Niet dat we er iets aan kunnen doen, maar dan weten we iig wat onze beperkingen zijn op deze lichte wandeling en rustdag.
Zijn hoofdlampje blijkt in zijn rugtas te zitten. Soort van gerust kan ik verder.
Het is 18 uur en we zijn er nog niet. Inmiddels zijn alle restaurants in de dorpen dicht. Nope. Vannacht geen warm eten voor deze wandelaars.
Ik kijk op mijn telefoon hoe ver we nog moeten en ik zet vliegtuigmodus ff uit. Een bericht naar huis om te vertellen dat onze lichte wandeling toch een flinke werd, maar dat verder alles goed gaat. Al had ik net 49% batterij, na het versturen van het bericht is mijn telefoon dood. Mijn sporthorloge is al lang dood. Zucht …
We komen een wegwijzer tegen. Alle borden lijken onze richting te hebben, al wijzen ze echt naar verschillende paden. Ik weet het, ik weet het, meerdere wegen leiden naar Rome maar ik wil zeker weten geen scenic route nemen. Het is al echt laat.
We kijken op de kaart, op de borden en we maken een beslissing.
2 uur later zitten we in de auto. Het is al helemaal donker, mijn schoenen zijn zeiknat en mijn dijen beginnen weer lichtjes te protesteren.
Het had een lichte wandeling moeten zijn en toch hebben we 24 km met net over de 1000 m omhoog gedaan in de regen.
Morgen ga ik vast hiervoor betalen, maar dat is probleem van Karolina van morgen. Karolina van vandaag wil gewoon in haar warme bed kruipen.
Mandarfen, augustus 2022